Als bewegen niet zo gemakkelijk gaat

Als een kind tussen de vier en zes jaar oud is, heeft de motoriek zich al een heel eind ontwikkeld. De al ontwikkelde motorische mijlpalen zullen in deze periode nog verder uitgebouwd en verfijnd worden. Dit geldt voor zowel de fijne als de grove motoriek. Soms is goed bewegen niet vanzelfsprekend en zal het kind moeilijker bewegen.


Dit kan te herkennen zijn aan de volgende signalen:

• Je kind is bang om te bewegen
• Je ziet dat je kind vaak valt
• De motoriek is wat stijf en houterig
• De fijnere bewegingen kosten moeite of lukken niet
• De ontwikkeling loopt wat vertraagd of anders dan bij kinderen van dezelfde leeftijd
• De manier van lopen is afwijkend

Houd de volgende dingen in de gaten:

• Grove motoriek kleuter
• Fijne motoriek kleuter
• Sport en spel
• Zwemmen
• Een meervoudige beperking

Grove motoriek heeft te maken met de grotere bewegingen zoals lopen, gooien, schoppen tegen een bal of kopje duikelen. Bij een motorische beperking in de grove motoriek kan de ontwikkeling van je kind stagneren. Je kind zal zich minder prettig voelen en kan soms gefrustreerd raken omdat iets niet lukt ten gevolge van het bewegings- of houdingsprobleem. Vaak ligt de oorzaak van een vertraging in de motorische ontwikkeling in te weinig lichaamsbeweging of weinig zelfvertrouwen. Het kan ook het gevolg zijn van een stoornis die in aanleg aanwezig is of een andere medische reden hebben.

De kinderfysiotherapeut zal je kind behandelen, nadat de hulpvraag goed in kaart is gebracht. De oorzaak van de problematiek zal eerst achterhaald moeten worden en dat gebeurt door gedegen onderzoek en observatie van je kind. Hierbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van je kind. De behandeling heeft als voornaamste doel het bewegen te verbeteren en je kind plezier in het bewegen te geven. Dat zal geoefend worden op een speelse, aan jouw kind aangepaste wijze.

Als een kind 4 jaar is gaat het naar groep 1 en zal het steeds meer vaardigheden leren en nodig hebben die te maken hebben met de kleine of fijne motoriek. Denk hierbij bijvoorbeeld aan tekenen, kleuren, schrijven, veters strikken of knippen. Om goed te kunnen leren schrijven en tekenen heeft het kind een voorkeurshand nodig. Als de vingers nog niet voldoende onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen door onvoldoende neurologische rijping is het niet mogelijk om een goede potlood- of pengreep te ontwikkelen. Dan is het nodig dat de kinderfysiotherapeut het kind helpt door het doen van vinger-, pols- en handoefeningen.

Je kind kan bij de ontwikkeling van de fijne motoriek geholpen worden door de kinderfysiotherapeut of de kinderergotherapeut. Zij bekijken de hulpvraag van je kind en kijken ook naar de algehele ontwikkeling. Eén van hen zal dan met je kind werken aan verbetering van de fijne motoriek en betrekt de ouder(s) altijd nauw bij zowel het onderzoek als de behandeling. Mocht overleg met de leerkracht van je kind gewenst of nodig zijn dan is dit zeker mogelijk. De therapeut kan een observatie doen in de klas van je kind om zo ook op school de fijn- motorische ontwikkeling te stimuleren en verbeteren.

Een kleuter zal steeds meer samenspelen met andere kinderen, krijgt gymles op school en kiest misschien al een sport die leuk lijkt. Als bewegen niet goed lukt of niet vanzelfsprekend is kun je met je kind naar de kinderfysiotherapeut. Zij is specialist op het gebied van de motoriek en kan met je kind werken aan vermindering van angst om te bewegen en het bewegen gemakkelijker en leuker maken, waardoor je kind door succeservaringen bewegen leuk gaat vinden. Samen met de kinderfysiotherapeut kijk je naar alle mogelijkheden voor je kind op het gebied van sport en spel. Je krijgt adviezen en tips, zodat je zelf de motorische vaardigheden die nodig zijn kunt oefenen en stimuleren.

Als je kind ongeveer 5 jaar oud is zal het beginnen met zwemles. Soms lukt het niet om de juiste slag om te zwemmen te pakken te krijgen en zeker voor jongere kinderen kan deze motorische vaardigheid lastig blijken. Je kind kan hierdoor zo gefrustreerd raken dat het liever niet meer naar zwemles wil. Het kind kan grote moeite hebben met het bewegen van de armen, benen en voeten en de goede zwembeweging door een bewegingsbeperking. Vanuit de kinderfysiotherapie werken wij met het kind aan het aanleren van de juiste zwembewegingen. Soms is dit een combinatietraject met de (kinder)manueel- therapeut. Gebleken is dat dit al na korte tijd een positief resultaat oplevert.

Kinderen met een meervoudige beperking worden in onze praktijk integraal behandeld, wat wil zeggen dat de kinderfysiotherapeuten nauw samen werken. Op die manier wordt de zorg zoveel mogelijk afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van je kind, zowel in onze praktijk als daarbuiten. Elke verschillende aandoening vraagt om een andere aanpak, omdat de mogelijkheden van bewegen per aandoening verschillen. Daarom zal er eerst altijd worden gekeken naar de mogelijkheden van je kind om zo te werken aan het trainen van de motorische vaardigheden die passen bij de leeftijd van je kind. Tijdens de behandeling zal altijd de nadruk liggen op het plezierig bewegen en is er verder voldoende ruimte voor goede adviezen op het gebied van hulpmiddelen, ondersteuning thuis en aanpassingen voor je kind.